Joodse woorden Nederlands
de Synagoge van
Enschede




Prinsestraat 14-16, Enschede

    << vorige    volgende >> .


  Joodse woorden in het Nederlands

Bolleboos – ergens knap in zijn, afgeleid van het Jiddisje woord balboos = heer des huizes, gezinshoofd. (WNT: Bolleboos)(EWNT: Bolleboos)  (Stoett: Bolleboos )
Daar ga je: proost. Lechajiem = op het leven.
Gabber – het Jiddisje woord chavver betekent kameraad, makker. (WNT: Gabber)(EWNT: Gabber)
Gajes - heeft twee bronnen: gajes als gojim, niet-joden en chajjes, leven, werd gepeupel. (WNT: Gajes I)(WNT: Gajes II)(EWNT: Gajes)
Gedeisd houden – van het Ladino deixe. Portugees: deixar = ophouden, niets doen, uit Latijn Laxare. (WNT: Gedeisd II)
Geteisem - Chatteisiem, (enkelv. chattes), arme mensen, gepeupel. (WNT: Geteisem)(EWNT: Geteisem)
Goochem - van H.: chacham (wijs, kundig). (WNT: Goochem)(EWNT: Goochem)
Heb het lef niet om – heb het hart niet om. Lew staat voor hart, durf. (WNT: Lef)
Jatten = handen, stelen, het Hebreeuwse woord jad. (zie onder) (WNT: Jat)(EWNT: Jat)
Joetje = een [gouden] tientje (De letter jod = tien). (WNT: Joet)
Jofel = goed, fijn (jopheh = aangenaam, nuttig). (WNT: Jofel)(EWNT: Jofel)
Kift - via het Jiddisj van het Duitse Gift (afgunst).
Kits - "alles kits", via het Jiddisje gietes van het Duitse gutes. (WNT: Kits)
Lou loene = geen resultaat, niets gedaan (H.: lou lonoe = niet [aan] ons (Psalmen/Tehiliem 115:1)(WNT: Lou loene)
Mazzel = geluk, (H.: mazal = gesternte). (WNT: Mazzel)
Meier = honderd gulden (H.: meia = honderd). (WNT: Meier III)
Mesjokke Jiddisj voor krankzinnig, krijgt in het bargoens = volkstaal, de betekenis van gek, zot, dwaas. (WNT: Mesjogge)
Penoze - misdadigerswereld van parnose = onderhoud, middel van bestaan. (WNT: Penoze)
Pietsje - via het Jiddisj van het Duitse Bisschen. (WNT: Pietsje)
Ponem (ook porem) – gezicht. Ponem is gezicht, smoel. (WNT: Ponem)
Sjofel – armoedig, armzalig, Heb. safal "laag, gering". (WNT: Sjofel)
Smeris – politieagent; het Joodse woord sjemiere staat voor toezicht. (WNT: Smeris)
Smoezen, smoesje – het Jiddisje woord schmues wordt gebruikt voor gerucht, bericht. (WNT: Smoes I)
Stennis maken - argwaan wekken, Jid. sjtannes "argwaan" < Heb. esjtonot "gedachten, bedoelingen". (WNT: Stennes)
Stiekem – van het Jiddisje woord sjtieke "stilte", Heb. sjetiqa "zwijgen". (WNT: Stiekem)


In de uitdrukking "blijf met je jatten van mijn spullen af" zit het Hebreeuwse woord jad. Jad betekent hand. Het is ook een aanwijs stokje waarmee men, voorlezende uit de tora, de woorden aanwijst. De heilige woorden mogen nooit met de hand aangeraakt worden, maar ook het zuur van de huid zou het perkament versneld verouderen.

Zie: Jad 
Hebreeuwse teksten zijn moeilijk te lezen, omdat er geen klinkers gebruikt worden. Door middel van tittels, streepjes en andere kleine tekens wordt in een Hebreeuwse tekst aangegeven hoe de uitspraak van een woord is. De uitdrukking "hij weet er geen tittel of jota van" betekent: hij weet er totaal niets van.

Jiddisj is de volkstaal die gesproken werd door de Asjkenazische joden. (Sefardische joden spreken hun eigen volkstaal: Ladino). Jiddisj kent veel woorden uit het Hoog-Duits, die echter weer vermengd worden met de taal uit de omgeving. Verder zijn er natuurlijk impulsen van tora en talmoed in terug te vinden. Ongeveer vijftien procent van de woorden is gebaseerd op het Hebreeuws. Ongeveer zeventig procent bestaat uit Duitse woorden, de rest kent Slavische, Romaanse en plaatselijke invloeden.

Zie: Asjkenaziem Zie: Sefardiem 

Dat er redelijk veel Joodse woorden gebruikt worden in het Nederlands heeft alles te maken met de grote invloed van de joden uit Amsterdam op onze taal. De Nederlandse joden spraken tot het midden van de negentiende eeuw West-Jiddisj. Dit werd ook wel Jiddisj-Duits genoemd.

zie ook: Joodse woorden in de Nederlandse omgeving (Beem, H. Assen, 1974).

Zie: Jiddisj Zie: Hebreeuws - Ivriet