Sefardiem in Nederland
de Synagoge van
Enschede




Prinsestraat 14-16, Enschede

    << vorige    volgende >> .


  Sefardische joden in Nederland

Sefardiem is de naam voor de Joden uit het zuiden, vooral Spanje en Portugal. Sefar(a)d is de Hebreeuwse naam voor Spanje. Toen Ferdinand en Isabella Spanje van de "Moren" overnamen, was er voor Joden geen plaats meer in Spanje. Zij moesten, vaak voor de schijn, christen worden of het land verlaten. Omdat Spanje aan het einde van de zestiende eeuw Portugal had veroverd en de joden ook daar niet meer vrij konden leven, verlieten zij ook daar het Iberische schiereiland. Velen waren vertrokken naar het Oosten zoals Turkije, Istanboel en Griekenland, Saloniki, of naar Noord-Afrika, maar ook verde weg, zoals naar India en China.

In de zeventiende eeuw was er een algemene Europese jodenban, de zogenaamde cherem hajasjoev. Joden konden in feite in geen enkel Europees land wonen. De ban was ingegeven door angst voor "met pakken rondgaande joden, of smousen" (citaat uit de correspondentie van de drost van Twente in de achttiende eeuw), angst voor een grote toeloop van armlastige joden.

De Sefardische joden werden, evenals de Asjkenazische joden, aangetrokken door het tolerant godsdienstige klimaat dat in de zeventiende eeuw in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden heerste. Hier was geen inquisitie, hier hoefde geen speciaal teken gedragen te worden. In de Republiek konden zij vrij in het huwelijk treden. Een geloofsvrijheid die niet zonder eigen belang van de calvinistische bestuurders van ons land was. De Sefardische joden waren zeer gewenst en werden soms zelfs met allerlei beloften hiernaartoe gelokt. Zij waren vaak welvarend en hadden uitstekende handelsrelaties. Niet overal in de Republiek waren zij welkom. In steden waar sterke calvinistische predikanten of bisschoppen veel invloed hadden, werden zij niet binnen gelaten: in Middelburg niet, Utrecht vanaf 1444 niet, Gouda niet. Verschillende steden kenden een Jodenbrief.

Jodenbrief 
Amsterdam kende geen vestigingsverbod. In de zeventiende en achttiende eeuw woonde zestig procent van alle Joden hier te lande in die handelsstad. In het begin van de Gouden eeuw werden in Amsterdam drie Portugees-Joodse gemeenten gesticht. Later gingen deze samen. De Portugese synagoge was in 1675 de grootste synagoge van Europa. Amsterdam, of Mokum Alef, werd in de hele Joodse wereld beroemd onder de naam "de geprezene" (Hamahoeloloh), omdat de joden in de Republiek vergeleken met de omliggende landen een redelijke vrijheid genoten.

externe link
Archief Hugo de Groot ca. 1617: Isaac Franco's Memorandum over de positie van de Sefardische joden in Nederland
 
Binnen de Joodse enclaves in Nederland ontstond een eigen subcultuur. In sommige gevallen, daar waar meerdere joden bij elkaar woonden is zelfs sprake van een Joodse Natie, met min of meer eigen regels en voorschriften waar de stadsregering zich weinig mee bemoeide. Bij de Franse bezetting wordt dat anders. De Joodse nati๋n verdwijnen en de Joden worden staatsburgers en ontwikkelen zich tot Joodse Nederlanders.

Zie ook: Asjkenazische joden Zie verder: Demografie. 
externe link
Sephardim
[Jewish virtual library]
 



Een stukje "Ladino", de taal van de Sefardiem, die vroeger in Hebreeuwse letters werd, maar sinds de 19e eeuw in Latijnse letters wordt geschreven:

El termino "sefaradi" se topa ultimamente al sentro de una polemika muy animada. Frente a los ke pensan ke este termino se aplika a todos los djudios desendientes de los ekspulsados de Espanya i tambien a los ke achetaron sus ritual liturjiko i sus konsepsion de la 'Halaha (la ley relijioza djudia), ay ken insiste a achetar komo sefaradi solo a los desendientes de los djudios ekspulsados de Espanya i sovre todo los ke konservaron asta muestros dias sus tradisiones linguistikas i kulturalas espanyolas. Segun la primera de estas dos konsepsiones, sefaradis son tambien todos, o kaje todos los djudios de los paizes muzulmanos (los ke eran parte del Imperio Otomano i los de Afrika del Norte) mientres ke el termino ashkenazi se aplika a los djudios del Norte de Evropa i los ke emigraron de ayi a otras partes del mundo.

En realidad la situasion aktuala es muncho mas komplikada para ke pueda konformarse a esta simple division, siendo ke ay klaramente grandes komunidades djudias de paizes muzulmanos, komo los yemenitas, o de paizes no muzulmanos, komo los etiopianos i los djudios de Cochin en India, ke no se konsideran sefaradis sino ke tienen sus tradisiones espesifikas.

Kual es entonses el kriterio mas valable para definir ken es sefaradi? El relijiozo, bazado sovre el ritual liturjiko i otras tradisiones relijiozas? El istoriko, de atadijo direkto kon los expulsados de Espanya? O el linguistiko, de konosensia del djudeo-espanyol avlado por los desendientes de los djudios ekspulsados de Espanya ke se aresentaron prinsipalmente en Turkia i en los Balkanes? O bien es ke seria mejor akseptar una konbinasion de todos estos kriterios?

A la demanda de algunos kolaboradores avrimos agora las pajinas de Aki Yerushalayim a los ke keren ekspresar sus opiniones i puntos de vista a este sujeto i publikamos por empesar el artikolo ke mos fue embiado por el redaktor de Erensia Sefaradi, el Dr. Albert de Vidas, estando siguros ke en los sigientes numeros tambien de la revista tendremos artikolos sovre esta kestion o sovre otros temas importantes ke tokan a la kultura sefaradi i a la djudeo-espanyola mas partikularmente.

Bron: La revista djudeo-espanyola "Aki Yerushalayim" No. 50 (1995).

externe link
Ladino