Asjkenazische joden
Asjkenazische joden
Asjkenaz is een oude naam voor Duitsland, of meer specifiek het gebied rond de rijn in Duitsland en Frankrijk. Asjkenazisch werd later de verzamelnaam voor joden uit Midden- en Oost-Europa. Onder deze term vallen onder andere de Hoogduitse en de Poolse joden.
Asjkenaziem waren vaak arme joden. Zij waren beslist minder welkom dan de Sefardische joden. Deze Oostjoden zaten in de kleinhandel, ongeregelde handel, lompen en oudijzer. Velen van hen waren slager en slachter. Zij mochten geen lid worden van een gilde. Joodse artsen, apothekers, makelaars en kooplieden werden gelimiteerd toegelaten tot de gilden. Uit economische overwegingen waren joden niet overal welkom.
In 1767 schreven de burgemeesters van Enschede een "
Jodenbrief".
In Enschede werden op 6 juni 1929 voor het eerst drie joden toegelaten tot de
Fabrikantenclub.
Het waren S.N. Menko, A.H. Menko en I.I. Rozendaal.
Pas in april 1962 werden de laatste belemmeringen in een hoofdelijke stemming weggenomen.