De seiderplank


Deze seiderplank wordt gebruikt op de seideravond,
waar het jongste kind de moeder 4 [of 3] maal vraagt:
מַה נִּשְׁתַּנָּה הַלַּיְלָה הַזֶּה מִכָּל הַלֵּילוֹת
"Ma nisjtana ha-leilah ha-zeh mi-kol ha-leilot?"
"Waarom is deze avond anders dan alle andere avonden?",

en de moeder dan aan de hand van alle etenswaren op deze plank,
vaker een seiderschotel, het verhaal van de uitttocht uit Egypte vertelt.


Jiddisj:
Deze seiderplank is vervaardigd
door Joep Cohen [ca 1904-1977],
Fruithandelaar in Hengelo

נְדָבָה ר' יִצְחָק בֵּן שְׁלֹמֹה הָכֹּהֵן ואִשְׁתּוֹ

"Nedavah r' Jidchak ben Sh'lomoh ha-Kohen v'ishto"
"Geschenk van rabbi Isaac ben Salomon de priester en zijn echtgenote"

Het jaartal 5726

dat is [ + 240 - 4000 = ] 1966

פֶּסַח = Pesach, in het Aramees 'Pascha', het Joodse Pasen

'Pesach' betekent overslaan, de huizen van de joodse slaven werden overgeslagen toen de engel des doods door Egypte trok en alle eerstgeboren zonen van de Egyptenaren doodde (de 10e plaag). Welke huizen overgeslagen moesten worden, werd duidelijk door wat bloed van het offerlam aan de deurposten te smeren.

לְרֶגֶל פְּתִיחָה בֵּית הָכְּנֶסֶת בְּהֶנגְלוֹ

"Le-regel petichah beit ha-knesset be-Hengelo"
"Ter gelegenheid van de opening van de Synagoge van Hengelo"


Synagoge Marktstraat Hengelo 1883-1960
Synagoge Dorpsmatenstraat Hengelo 1966-2010



De tekst rond het centrum is Aramees, geen Hebreeuws:

הָא לַחְמָא עַנְיָא דּי אֳכָלוּ אַבְהָתָנָא בְּאַרְעָא דְמִצְרָיִם

"Ha lachma anja, di achaloe avhatana be'are'ah di'mitsrajiem"
"Dit is het brood van de vernedering,
dat onze voorouders aten in het land van Egypte"

Hebreeuws: לֶ֣חֶם עֹ֑נִי Lechem oni [ Deuteron. 16:3 ]


מָרוֹר = Maror

(bitterkruid, meestal mierikwortel)
symboliseert de bitterheid van de Egyptische slavernij.

חֲזֶרֶת = Chazèret

(bittere groente, volgens de Nederlandse Haggada een bakje met zout water)
wordt vaak gebruikt naast de maror als bitterkruid.

זְרוֹעַ = Zeroa

(een gebraden beentje)
het symbool voor het Pesach-lam dat in de tijd, dat de Tempel in Jeruzalem nog bestond, voor Pesach geofferd werd.

חֲרֽוֹסֶת = Charoset

(appelen, amandelen of andere noten, kaneel, rozijnen en wijn, dooreen gemengd)
symbolisch voor de metselspecie, die de Hebreeuwse slaven gebruikten bij de bouw van de Egyptische voorraadsteden.

בֵּיצָה = Beitza

(een gebarsten ei)
symbool voor het feestoffer, dat behalve het Pesach-lam in Bijbelse tijden geofferd werd voor Pesach.

כַּרְפַּס = Karpas

(groente, meestal radijs of peterselie)
wordt in zout water gedoopt tijdens de seder.


Meer over Pesach



Naar onze website Naar deze pagina on the web
Hits: -1